Wat een rare week is het geweest! - dacht meneer Taschenbier terwijl hij ging wandelen: Zondag scheen de zon, nou ja, dat is vaak zo. Maandag kwam zijn oude vriend meneer Mon op bezoek. Dinsdag had hij dienst en woensdag was het midden van de week, tot zover was alles normaal. Maar op donderdag rolde er een machtig onweer binnen en het donderde. Onweer op donderdag! Op vrijdag was de kantoorsleutel weg en meneer Taschenbier had een vrije dag. Vrijdag vrij!
En vandaag is het zaterdag! Meneer Taschenbier wist niet wat een Sams was. Maar als hij er die dag een tegenkomt, herkent hij hem meteen: een neus als een varkenssnuit, rood stekelhaar, kleine, brutale oogjes en een gezicht vol blauwe plekken - dat kan alleen maar een Sams zijn! Vrolijk zingend zit hij op straat voor meneer Taschenbier. En omdat meneer Taschenbier de enige is die hem herkent, besluit Sams dat hij voortaan zijn vader moet zijn. Sams wijkt nooit meer van zijn zijde. Meneer Taschenbier is erg timide, gaat ruzies zoveel mogelijk uit de weg en is bang voor mensen die hem uitschelden. Een Sams is wel het laatste wat hij nodig heeft. Maar tegen de tijd dat hij zich dit realiseert, is het al te laat. Sams heeft het zich comfortabel gemaakt in zijn flat en maakt ruzie met zijn hospita. En de komende week wordt gegarandeerd nog vreemder dan de vorige voor meneer Taschenbier...